Ethicas

Ethiek in de zorgpraktijk

Ethicas

Ethiek in de zorgpraktijk


BEGIN EN EINDE VAN HET LEVEN


  • Wet afbreking zwangerschap (mei 1981): er zijn mogelijkheden om zwangerschap af te breken, waaronder abortus provocatus. Deze wet regelt de voorwaarden hiervoor en stelt enkele absolute verboden. Een overtijdbehandeling valt niet onder deze wet.

  • Embryowet (juni 2002): stelt grenzen aan handelingen met geslachtscellen en embryo's. Uitgangspunt is de menselijke waardigheid en respect voor het menselijk leven, ook voor het nog niet ingenestelde embryo. Terughoudendheid bij handelingen met embryo’s heeft ertoe geleid dat bepaalde handelingen verboden zijn en andere handelingen onder strikte voorwaarden toegestaan zijn. De wet geeft regels over genetisch materiaal en het tot stand brengen van leven en verbiedt onder andere het klonen van mensen, geslachtskeuze en het tot stand brengen van mens-diercombinaties.

  • Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (april 2002): regelt de instelling van een centraal register waaruit personen, ontstaan uit donorgameten of -embryo’s, gegevens betreffende hun genetische afkomst kunnen opvragen.

  • Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding (Euthanasiewet) (april 2001, in werking getreden april 2002): bepaalt de criteria en voorwaarden waar een arts aan moet voldoen bij het beëindigen van het leven van een patiënt. Artikelen 293 en 294 Wetboek van Strafrecht stellen euthanasie en hulp bij zelfdoding strafrechtelijk verboden. Met deze wet is echter een bijzondere strafuitsluitingsgrond gecreëerd voor artsen.

  • Wet op de lijkbezorging (maart 1991): geeft definitie van dood(geborene) en alle ge- en verboden rond het bezorgen van het stoffelijk overschot. Het regelt de meldingsprocedure bij levensbeëindiging door artsen (voorziet in de formulieren voor deze meldplicht).
    • Wijzingingswet Wet op de lijkbezorging (oktober 2012)


    Terug naar overzicht Bijzondere wetten